De wedstrijdvorm “triatlon” bestaat uit 3 verschillende, maar aansluitende onderdelen: zwemmen, fietsen en hardlopen. De officiële afstanden die de atleten volgens richtlijnen van de Internationale Triatlon Unie (ITU) moeten afleggen, zijn: 3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en 42,195 km hardlopen (dit is dus de volledige marathon afstand). Het woord “triatlon” kent zijn oorsprong in het Grieks en is een samenvoeging van de woorden “tri” (drie) en ”athlon” (wat wedstrijd betekent). Het kan volgens het Groene Boekje geschreven worden als “triatlon” of het meer traditionele “triatlon”. Vanwege het zeer intensieve karakter valt de triathlon sportvorm onder de duursport, ofwel “ultra endurance sports”. Verder wordt het ook wel aangeduid als “Iron Man”.
Geschiedenis van Triatlon
De multisport kent zijn oorsprong niet bij de Oude Grieken, zoals over het over het algemeen wordt gedacht. Volgens zeggen ontstond het idee rond 1978 toen een aantal vrienden in een kroeg op Hawaii een weddenschap hadden over welke sport het zwaarst zou zijn: • de Waikiki Rough Water Swim van 3.800 meter, • de Oahu Race; 180 kilometer wielrennen • de Marathon ven Honolulu; 42,192 meter hardlopen. Ze besloten om alle races achter elkaar te volbrengen. Degene die het zou volhouden was de winnaar.
Een officiële Olympische sport
Sinds 2000 maakte de triatlon deel uit van de Olympische Spelen. In Sydney volbrachten de sporters dat jaar geen gehele triatlon, maar zwommen 1,5 km, fietsten 40 km en liepen 10 km hard (enigszins te vergelijken met een kwart triatlon.
Triatlon in Nederland
Inmiddels kent de wereld en dus ook Nederland veel triatlon beoefenaars. Het centrale orgaan, de Nederlandse Triathlon Bond (NTB) heeft een kleine 10.000 leden en vertegenwoordigt de belangen van meer dan 100 sportverenigingen. Daarnaast houdt de bond toezicht op een aantal van de bekendste wedstrijden in ons land, zoals in Almere en Veenendaal.
Bekende Triatlon vormen
Verschillende varianten van de sport:
• Halve triatlon / midden afstand: 2500 m zwemmen, 80 km fietsen, 20 km hardlopen. • Kwart triatlon: 1000 m zwemmen, 40 km fietsen en 10 km hardlopen. • Achtste triatlon: 500 m zwemmen, 20 km fietsen, 5 km hardlopen. • Supersprint: 400 m zwemmen, 400 m zwemmen, 10 km fietsen, 1,5 km hardlopen. • Mini triatlon (1/16e deel): hetzelfde als supersprint, maar dan 250 meter zwemmen in plaats van 400 meter
Alternatieven:
• Duatlon: Bij deze vorm wordt het zwemmen overgeslagen: 10 km hardlopen, 40 km wielrennen, 5 km hardlopen. • Wintertriatlon: variant waarbij het zwemmen is vervangen door schaatsen. In Assen wordt het Nederlands Kampioenschap Wintertriatlon gehouden wat bestaat uit: 20 km hardlopen, 100 km fietsen en 40 km schaatsen op de Assense schaatsbaan.